VRAAG:
Sinds één jaar krijgen mijn beide Vizsla´s de aanbiedingspakketten van vriesvoer.nl, dus een bonte mix uit het assortiment. Ze wegen zo ongeveer 23 kg en zijn het afgelopen halfjaar bij gelijkblijvende voedering één kilo afgevallen. Ze krijgen ieder een half kilo Frostfutter uit het gevarieerde assortiment van de pakketten en daar meng ik fruit en groente doorheen, naargelang wat ik in de winkel aan voordelige producten te pakken krijg. Wat de hoeveelheid betreft, ongeveer 3 appels voor beide honden samen.
Of drie worteltjes en een banaan... Daarnaast een beetje zalmolie of olijfolie of lijnzaadolie, af en toe een rauw ei met schil, soms een beetje yoghurt of kwark. Ook de rijst- en aardappelresten van ons meng ik door het voer. In een gesprek met mijn dierenarts over het gewichtsverlies gaf deze aan dat er sprake zou kunnen zijn van een calciumgebrek, omdat mijn beide honden geen botten krijgen (ik kon haar niets vertellen over de bestanddelen van Frostfutter, het is van haar kant dus slechts een vermoeden). Ik ben nu onzeker geworden of dat klopt, omdat in sommige voerpakjes volgens de beschrijving de botten worden mee verwerkt.
Is het nodig om een voedingssupplement door het voer te mengen om een eventueel gebrek te compenseren? Tos dusver vond ik het voeren van rauw voer nogal ongecompliceerd, ik ben echter door het gewichtsverlies van beide honden nu onzeker geworden wat betreft mijn samenstelling. In het bos geef ik als snoepjes gedroogde visjes, pensdobbelsteentjes, kaas of andere natuurlijke hapjes, na een grote wandeling krijgen ze hun voer in één keer en ´s avonds elk een varkensoor. Wat moet ik veranderen? Gedurende het eerste halfjaar bleef het gewicht gelijk en de beweging is gedurende het afgelopen halve jaar ook niet meer geworden. Optisch gezien is de teef ook niet veranderd, bij de reu kun je het echter wel zien, omdat die sowieso een gespierde ribbenkast is.
ANTWOORD:
Geachte mevrouw F., hartelijk dank voor uw vraag.
Uw dierenarts heeft zonder meer gelijk dat uw dieren vast en zeker een calciumgebrek hebben. Of dat nu tot het gewichtsverlies heeft geleid, waag ik te betwijfelen, maar aan het bijvoeren van mineralen moet u in ieder geval iets doen. De totale hoeveelheid is correct berekend: bij een volwassen hond 2 % van zijn lichaamsgewicht per dag. Van deze totale hoeveelheid dient 80 % te worden bepaald door het vleesaandeel en 20 % door koolhydraten. Bij veel beweging kunt u deze totale hoeveelheid echter ook verhogen tot 4 %.
Het vleesportie dient samengesteld te zijn uit 50 % spiervlees, 30 % pens of boekmaag, 15 % ingewanden en 15 % vlezige botten. Ieder vlees heeft „van huis uit“ een ongunstige calcium-fosfaatverhouding. Dat wil zeggen dat er meer fosfaat voorkomt dan calcium, de behoefte bij de hond is echter precies andersom. Dan helpt het variëren van de ene naar de andere vleessoort niet voort, de verschillen zijn dan slechts marginaal.
De hond is geen echte vleeseter, maar een roofdier en door het voeren van botten kan deze behoefte alleen worden gedekt. Wanneer u bedenkingen hebt om rauwe botten te voeren (een gevaar voor verwondingen is nooit geheel uit te sluiten), dient u in ieder geval dagelijks een vitaminerijk mineraalvoer bij te voeren. Ik adviseer u een mineralenmengsel met ca. 20 % calcium en 10 % fosfaat. Wij zullen in de toekomst ook in Perleberg dergelijke voedingssupplementen aanbieden, ik onderhandel momenteel nog met de toeleveranciers.
Een controle in het bloed is niet mogelijk, omdat daar de verhouding van C:P altijd door een opbouw en afbraak in en uit het bot wordt gehandhaafd.